- Materie = Bouwsteen waaruit het universum is opgebouwd.
- Macroklimaat = De gemiddelde klimaatomstandigheden in een bepaald gebied.
- Meeldraad = Mannelijk geslachtsorgaan van een bloemplant.
- Microklimaat = Klimaatomstandigheden in een klein gebied in een ecosysteem.
- Mineralen = Zouten.
- Melkwegstelsel = Alle sterren die wij aan de hemel kunnen zien.
- Meercellige = Dit zijn organismen die uit meerdere cellen bestaan.
Vorig bericht: Begrippen L
Volgend bericht: Begrippen N