Een beweging is een verandering van plaats in de tijd.
Een plaats van een voorwerp wordt in de natuurkunde bepaald ten opzichte van een coördinatenstelsel. Bewegingen van voorwerpen kunnen beschreven worden als combinaties van twee vormen van beweging: translatiebewegingen en rotatiebewegingen.
In elk onderscheiden we twee bijzondere gevallen: de eenparige beweging en de eenparig versnelde beweging.
In de biologie noemt men bewegen ook wel motoriek. Dit kan het menselijk lichaam of dat van een dier betreffen.
Meestal maakt men voor de mens onderscheid tussen grove en fijne motoriek.
De grove motoriek bestaat uit grote, grove bewegingen die men met (grote delen van) het lichaam maakt. (bv. lopen, zwemmen, schoppen,…)
De fijne motoriek omvat de kleine bewegingen. Hiervoor gebruikt men de handen en de vingers om voorwerpen te grijpen en te manipuleren. (bv. tekenen, schrijven, knippen,…) Vaak zijn dit bewegingen waarbij veel aandacht en concentratie nodig is.