Uit: Contactblad Blerick | Niet iedereen is er even blij mee. Ze veroorzaken nog al wat overlast namelijk. Waarschijnlijk heeft iedereen in onze wijk er direct of indirect wel mee te maken. En ondanks alle inspanningen… er komt gewoon geen einde aan. Hun werkzaamheden blijven niet onopgemerkt. De hopen zand die, als het een beetje waait, zorgen voor stofwolken in de straat. Ja, zelfs de bestrating kan op sommige plaatsen gaan verzakken. En tot overmaat van ramp trekken ze zich niks aan van perceelgrenzen en eigendommen. Ze schenden je privacy. Soms wordt je, terwijl je aan de koffie zit, letterlijk door ze aangestaard. Sterker nog, als ze honger hebben duiken ze massaal jouw groene container in… Dit zijn echt ongenode gasten.
Laten we er geen misverstand over bestaan dat we het natuurlijk hebben over Lasius niger. Oftewel de bruine wegmier. Alleen al in onze wijk wonen er waarschijnlijk meer dan een half miljoen. Ze wonen onder straatstenen, stoeptegels en stenen in de tuin. Soms wonen ze in holtes in de fundering van huizen en schuren. Meestal lopen ze schijnbaar doelloos door de tuin, soms vormen ze goed georganiseerde transport-wegen van en naar je keukenkast of vuilnisbak. Ze zoeken daar natuurlijk naar voedsel. Dat kan van alles zijn. Broodkruimeltjes, vleesresten en natuurlijk allerlei zoetigheid zoals lege blikjes frisdrank of lolliestokjes.
Het hoogtepunt, de bruidsvlucht vind plaats in juli en augustus, als het buiten rond 30 graden is. Dit mierenfeest veroorzaakt nogal wat extra werkzaamheden. In alle vroegte beginnen de mieren grote hoeveelheden zand naar buiten te slepen. Vaak zie je dan dat binnen een etmaal de hoopjes zand tegen muren en op stoepen wat volume betreft meer dan verdubbelen. De mieren maken dan de gangen breder. Dit doen ze om plaats te maken voor de koninginnen en de mannetjes die het nest uit moeten. Als het zover is zie je op de zandhopen en er omheen honderden mieren druk heen en weer rennen. Als je dit beter bekijkt zie je dat er ook dikke mieren met vleugeltjes bij zitten: de mannetjes. Ze vliegen op om de koninginnen te bevruchten.
De bruine wegmieren zijn ongeveer 3 millimeter lang, de koninginnen bijna een centimeter. Ze zijn klein en lijken, behalve alle overlast, weinig te kunnen aanrichten. Maar de schijn bedriegt. Ze ruimen allerlei rommel op die op straat terecht komt, vooral dode en zieke insecten. Ze ruimen jaarlijks honderden kilo’s aan dode diertjes op in de wijk. Als ze dat niet deden zou er nu een vieze smurrie op straat liggen waar iedereen over zal uitglijden. We mogen blij zijn dat de mieren dat allemaal voor ons opruimen en we hoeven er geen belasting voor te betalen.
De bruine wegmieren gedijen goed in de moderne tuin. Veelal is deze grotendeels bestraat en ontbreken planten die zorgen voor een natuurlijk evenwicht. Ook in de stad hebben de mieren natuurlijke vijanden. Mierenleeuwen en veel vogels eten de mieren op. Als we in onze tuin voor voldoende beschutte plekken zorgen zoals bomen en struiken zullen deze natuurlijke vijanden zich er thuis voelen. Daarnaast houden deze mieren niet van brandnetels, lavendel, afrikaantjes en bieslook.