Twee druppeltjes regenwater

Twee druppeltjes regenwater,
regen op de ruiten.
Je gaat nu snel naar buiten.
Van linkerbeen op rechterbeen
spring je door de plassen heen.
Van je ras ras ras,
met je voeten in de plas.
Van je klodder klodder klodder,
met je schoenen in de modder,
Van je spat spat spat,
alles wordt zo lekker nat.
Van je een… twee… drie, hatsjie!

Twee lepeltjes hoestsiroop,
een zakdoek om te snuiten.
Je mag niet meer naar buiten,
je mag niet uit je bed opstaan
en niet meer door de regen gaan.
Van je ras ras ras,
met je voeten in de plas.
Van je voort voort voort,
je weet best dat dat niet hoort.
Van je ouwe ouwe ouwe,
kijk, zo word je weer verkouden.
Van je een… twee… drie, hatsjie!