Hoe willen we bio-topografie gaan onderzoeken?

Om een goede biotopografische kaart samen te stellen zul je je allereerst moeten beperken tot een of meerdere “doelsoorten” Dit zijn de soorten waarvan men verwacht (of hoopt) dat die van een ecologische verbinding gebruik zullen maken. Per soort zullen dan een aantal zaken zeker moeten worden onderzocht.

  • Welke voedselbronnen heeft de doelsoort behoefte aan
  • Waar vinden we die voedselbronnen
  • Welke vraatsporen, uitwerpselen en verblijfsporen laat die soort achter
  • Welke vegetaties en landschapselementen kunnen een bepaalde functie hebben zoals grenzen, voor bewoning, voedsel, rust enzovoort.
  • Welke (migratie)routes worden door de soort gebruikt of kunnen daarvoor geschikt worden gemaakt.
  •   Is er behoefte aan een verbinding voor deze soort tussen de twee gebieden of gebiedsdelen.

Tenslotte kan er een biotopografische kaart worden samengesteld met de bestaande topografische elementen en de elementen waaraan behoefte bestaat. Deze kaart kan vervolgens door planologen en landschapsarchitecten worden gebruikt bij het bepalen van inrichting en plaats van bijvoorbeeld een ecologische verbindingszone.

Het BIO-topografie onderzoek heeft twee belangrijke kanten. De ene kant onderzoekt het de ligging van ecologische verbindingen en de inrichting daarvan, de tweede kant is minstens zo belangrijk. Die verzamelt de kennis waarmee biotopografische kaarten worden opgesteld. Kortgezegd de bovenstaande eerste vier vragen. Het gaat dan om praktische kennis van dierensporen zoals uitwerpselen, vraatsporten, pootafdrukken enzovoort.

GEOlution, Januari 2002

Related Items

1 reactie

  1. […] Hoe willen we bio-topografie gaan onderzoeken? […]

Geef een reactie