Broeikas

Broeikas

Wat heb je nodig:

  • Gloeilamp van 60 of 100 W met aan/uitschakelaar
  • 2 thermometers
  • Plaat piepschuim
  • 2 kleine aluminium bakjes
  • Water
  • Bekerglas 100 mL
  • Grote rubberen kurk met gat
  • Stopwatch of horloge

Aan de slag:

  1. Vul de beide bakjes voor de helft met water. Zorg dat beide bakjes evenveel water hebben.
  2. Zet bakje A op ongeveer 5 cm van de lamp op een plaat piepschuim zoals in de tekening op dit werkblad.
  3. Zet bakje B in het bekerglas. Doe de grote kurk erop. Steek voorzichtig de thermometer in de kurk in het water. Zet dan het bekerglas naast bakje A, ook op ongeveer 5 cm van de lamp op de plaat piepschuim.
  4. Meet met de 2 thermometers de temperatuur in beide bakjes voor je de lamp aanzet.

Vul deze zin aan:

De begintemperatuur van A is __________ °C

De begintemperatuur van B is __________ °C

Incorrect
  1. Zet de lamp aan. Pas op je ogen kijk niet in de lamp!
  2. Laat de lamp 5 minuten branden en zet hem dan uit.
  3. Meet met de 2 thermometers de temperatuur in beide bakjes na die 5 minuten.

Vul deze zin aan:

De eindtemperatuur van A is _________ °C

De eindtemperatuur van B is _________ °C

Incorrect
  1. Zet de lamp uit.

Vul de volgende zinnen aan:

Neem over en vul aan:

De __________ werkt, net als het bekerglas om bakje B, als een soort _________ rondom de __________. Dat zorgt dat we voldoende __________blijven op aarde.

Incorrect

Ruim alles weer netjes op

Ga verder naar het antwoordblad

of

Ga terug naar het proevencircuit

Meer weten

De broeikasgassen: koolstofdioxide (CO2), water (H2O) en methaan (CH4) vormen een beschermende laag om de aarde. Ze laten de verwarmde stralen van de zon door, maar houden, met als in een broeikas, een deel van de warmte vast. Dat is goed, want anders zou het op aarde veel te koud worden. Maar als er steeds meer broeikasgassen in de lucht komen, krijg je een stekker broeikaseffect. En dan zou het steeds warmer kunnen worden op aarde. Misschien wel te warm.