vaccineren vaceren vademen valideren vallen valoriseren valuteren vangen vaporiseren varen variëren vastbakken vastbinden vastdraaien vasten vastgespen vastgrijpen vasthechten vasthouden vastklemmen vastknopen vastkoeken vastleggen vastliggen vastlopen vastmaken vastmeren vastnaaien vastpennen vastpinnen vastplakken vastpraten vastraken vastroesten vastschroeven vastspelden vaststaan vaststellen vastvriezen vastzetten vastzitten vaten vatten vechten vedelen vegen vegeteren veilen veinzen venten ventileren veraangenamen veraanschouwelijken verabsoluteren verachten verademen verafgoden verafschuwen veralgemenen veralgemeniseren veramerikaansen veranderen verankeren verantwoorden verarmen verassen verbabbelen verbaliseren verbannen verbasteren verbazen verbeelden verbeiden verbergen verbeteren verbeulemansen verbeurdverklaren verbeuren verbeuzelen verbieden verbijsteren verbijten verbinden verbitteren verbleken verblijden verblijven verblinden verbloeden verbloemen verblozen verbluffen verboemelen verbouwen verbranden verbrassen verbreden verbreiden verbreken verbrijzelen verbroddelen verbrodden verbroederen verbrokkelen verbruien verbuigen verburgerlijken verchromen verdagen verdampen verdedigen verdeemoedigen verdelen verdelgen verdenken verderven verderzetten verdichten verdienen verdiepen verdierlijken verdietsen verdobbelen verdoeken verdoemen verdoen verdoezelen verdokteren verdolen verdommen verdonkeremanen verdonkeren verdorren verdoven verdraaien verdragen verdriedubbelen verdrieten verdrijven verdringen verdrinken verdrogen verdrukken verdubbelen verduffen verduidelijken verduisteren verduitsen verduizendvoudigen verdunnen verduurzamen verduwen verdwalen verdwazen verdwijnen veredelen vereelten vereenvoudigen vereenzamen vereenzelvigen vereeuwigen vereffenen vereisen veren verenen verengelsen verengen verenigen vereren verergeren vererven verevenen verfijnen verfilmen verflauwen verflensen verfoeien verfomfaaien verfraaien verfransen verfrissen verfrommelen vergaan vergaderen vergallen vergapen vergaren vergassen vergasten vergeestelijken vergelden vergelen vergelijken vergemakkelijken vergen vergenoegen vergeten vergeven vergezellen vergieten vergiftigen vergissen vergisten verglazen vergoddelijken vergoeden vergoelijken vergokken vergooien vergrendelen vergrijpen vergrijzen vergroeien vergroten verguizen vergulden vergunnen verhaasten verhabbezakken verhakkelen verhakstukken verhalen verhandelen verhangen verhapstukken verharden verheerlijken verheffen verheimelijken verhelderen verhelen verheugen verhevigen verhinderen verhitten verhoeden verhollandsen verhonderdvoudigen verhongeren verhoren verhuizen verhullen verhuren verifiëren verijdelen verindischen verinnerlijken verinnigen verjagen verjaren verjongen verkalken verkassen verkavelen verkennen verkiezen verkijken verklanken verklappen verklaren verkleden verkleinen verkleumen verkleuren verkleuren verkloeken verklungelen verknallen verknippen verknoeien verknollen verkoelen verkoken verkolen verkommeren verkondigen verkopen verkorten verkrachten verkrappen verkreukelen verkreuken verkrijgen verkrommen verkroppen verkrotten verkruien verkruimelen verkwanselen verkwijnen verkwisten verladen verlagen verlakken verlammen verlangen verlangzamen verlaten verleggen verleiden verlenen verlengen verleppen verleren verlevendigen verlezen verlichten verliederlijken verliezen verlijden verlinken verloden verloederen verlokken verloochenen verlopen verlossen verloten verloven verluchten verluiden verlummelen vermageren vermaken vermalen vermanen vermannen vermeerderen vermelden vermemelen vermengen vermenigvuldigen vermijden verminderen verminken vermissen vermoeden vermoeien vermolmen vermommen vermoorden vermorsen vermorzelen vermurwen vernachelen vernachten vernagelen vernauwen vernederen vernederlandsen vernemen verneuken vernielen vernietigen vernieuwen vernikkelen vernoemen veronaangenamen veronachtzamen veronderstellen verongelijken verongelukken verontreinigen verontrusten verontschuldigen verontwaardigen veroordelen veroorloven veroorzaken verootmoedigen veropenbaren verorberen verordenen verouderen verouwelijken veroveren verpachten verpakken verpanden verpatsen verpauperen verpersoonlijken verpesten verpieteren verplaatsen verplanten verplegen verpletten verpletteren verplichten verpoppen verpoten verpotten verpozen verpraten verprutsen verpulveren verraden verramsjen verrassen verrechtvaardigen verregenen verreizen verrekenen verrekken verrichten verrijken verrijzen verroeren verroesten verroken verrollen verronselen verrotten verruilen verruimen verrukken versagen verschaffen verschalen verschalken verschansen verscheiden verschelen verschenken verschepen verscherpen verscheuren verschieten verschijnen verschillen verschimmelen verschonen verschoppen verschralen verschroeien verschrompelen verschuilen verschuiven versimpelen versjacheren versjouwen versjteren verslaan verslampampen verslapen verslappen verslechten verslechteren verslensen verslepen verslijten verslinden versloffen verslonzen versmachten versmaden versmallen versmelten versmoren versnellen versnijden versnipperen versoberen versoepelen verspanen verspelen verspenen versperren verspieden verspillen versplinteren verspreiden verspreken verspringen verstaan verstalen verstarren verstedelijken versteedsen versteken verstellen versterken versterven verstevigen verstijven verstillen verstoffelijken verstoken verstommen verstoppen verstoren verstoten verstouwen verstrakken verstrammen verstrekken verstrengelen verstrijken verstrooien verstuiven versturen verstuwen versuffen versuikeren versukkelen vertalen vertederen vertegenwoordigen vertekenen vertellen verteren verteuten vertienvoudigen vertillen vertimmeren vertinnen vertoeven vertolken vertonen vertoornen vertragen vertrappen vertreden vertrekken vertroebelen vertroetelen vertroosten vertrouwen vertuien vertwijfelen veruiterlijken vervaardigen vervallen vervalsen vervangen vervatten vervelen vervellen verven vervenen verversen vervetten vervijfvoudigen vervilten vervlaamsen vervlakken vervlechten vervliegen vervloeien vervloeken vervluchtigen vervoegen vervoeren vervolgen vervolmaken vervormen vervrachten vervreemden vervroegen vervrouwelijken vervuilen vervullen verwaaien verwaardigen verwaarlozen verwachten verwarmen verwarren verwasemen verwassen verwateren verwedden verwekelijken verweken verwekken verwelken verwelkomen verwennen verwensen verwereldlijken verweren verwerkelijken verwerken verwerpen verwerven verweven verwezen verwezenlijken verwijden verwijderen verwijlen verwijten verwijven verwijzen verwikkelen verwilderen verwinnen verwisselen verwittigen verwoesten verwonden verwonderen verwonen verwoorden verwringen verwurgen verzachten verzadigen verzakelijken verzakken verzamelen verzanden verzegelen verzeggen verzekeren verzenden verzengen verzepen verzetten verzieken verzilten verzilveren verzinken verzinnebeelden verzinnelijken verzinnen verzitten verzoeken verzoenen verzoeten verzorgen verzouten verzuchten verzuimen verzuipen verzwakken verzwaren verzwelgen verzwendelen verzwijgen verzwinden vestigen veteren vetmesten vetten vezelen vibreren vierendelen vierkanten vigeren vigileren vijlen vijzelen vijzen villen vinden vindiceren vingeren vinken vioolspelen visiteren vissen visualiseren vitamineren vitten vlakken vlammen vlassen vlechten vleien vlekken vletten vlezen vlieden vliegen vliegeren vlieten vlijen vlinderen vloeien vloeken vloeren vlokken vlooien vlotten vluchten vocaliseren vochten voeden voederen voegen voelen voeren voetjevrijen volbouwen volbrengen voldoen voleinden voleindigen volgen volgieten volgooien volharden volhouden volksdansen volleyballen vollopen volmaken volpompen volproppen volschenken volstaan volstoppen volstorten volstromen voltigeren voltooien voltrekken volvoeren vomeren vonkelen vonken vonnissen voorafgaan voorbakken voorbereiden voorbestemmen voorbewerken voorbidden voorbijfietsen voorbijgaan voorbijkomen voorbijlopen voorbijpraten voorbijschieten voorbijsteken voorbijstreven voorbijtrekken voorbijvliegen voorbijzien voorbinden voorbrengen voordansen voordienen voordoen voordragen voordringen voorgaan voorgeleiden voorgeven voorhangen voorhouden voorkauwen voorkomen voorlaten voorleggen voorleiden voorlezen voorlichten voorliegen voorlopen voornemen vooronderstellen vooroplopen vooropstaan vooropstellen vooropzetten voorpraten voorproeven voorprogrammeren voorrekenen voorrijden voorschieten voorschotelen voorschrijven voorslaan voorsnijden voorsorteren voorspannen voorspelden voorspelen voorspellen voorspiegelen voorspreken voorstaan voorsteken voorstellen voorstemmen voortbewegen voortborduren voortbrengen voortdoen voortdrijven voortduren voortduwen voortekenen voortellen voortgaan voorthelpen voortijlen voortjagen voortkomen voortleven voortmaken voortoveren voortplanten voortrekken voortrijden voortschrijden voortslepen voortsleuren voortsnellen voortspruiten voortstuwen voortsukkelen voortvaren voortvloeien voortwoekeren voortzetten vooruitbetalen vooruitgaan vooruithelpen vooruitkomen vooruitlopen vooruitsteken vooruitwerpen vooruitzien voorvallen voorverwarmen voorvoegen voorvoelen voorwenden voorwerken voorwerpen voorzetten voorzien voorzingen voorzitten vorderen vormen vorsen vossen voteren vouwen vozen vragen vreemdgaan vreten vrezen vriesdrogen vriezen vrijen vrijgeven vrijhouden vrijkomen vrijkopen vrijlaten vrijlopen vrijloten vrijmaken vrijspreken vrijstaan vrijstellen vrijverklaren vrijwaren vuilbekken vuilmaken vulgariseren vulkaniseren vullen vuren
Eén reactie