babbelen babysitten badderen baden badineren badmintonnen bagatelliseren baggeren bakeren bakkeleien balanceren balderen balen balkaniseren balken ballasten ballen balloteren balsemen baltsen bamzaaien banen banjeren bankieren bannen barbecueën baren barreren barricaderen barsten baseren basketballen bazelen beademen beamen beangstigen beantwoorden bebakenen beboeten bebossen bebouwen bebroeden bebroeden becijferen becommentariëren beconcurreren bedampen bedanken bedaren bedauwen bedekken bedelen bedenken bederven bedienen bedijken bedillen bedingen bediscussiëren bedisselen bedoelen bedonderen bedotten bedragen bedreigen bedriegen bedrijven bedroeven bedruipen bedrukken beduiden beduimelen beduvelen bedwelmen bedwingen beëdigen beëindigen beeldhouwen beërven beesten beethebben beetkrijgen beetnemen beetpakken beffen begaan begeesteren begeleiden begenadigen begeren begeven begieten begiftigen beginnen beglazen begluren begoochelen begraven begrazen begrenzen begrijpen begroeien begroeten begroten begunstigen behagen behalen behandelen behangen behartigen beheersen beheksen behelpen behelzen beheren behoeden behoeven behoren beiaarden beieren beïnvloeden beitelen beitsen bejagen bejammeren bejegenen bejubelen bekampen bekendmaken bekendstaan bekennen bekeren bekeuren bekijken bekijven bekisten bekken bekladden beklagen bekleden beklemmen beklemtonen beklijven beklimmen beklinken bekloppen beknellen beknibbelen beknorren beknotten bekoelen bekogelen bekokstoven bekomen bekonkelen bekopen bekoren bekorten bekostigen bekrachtigen bekrassen bekritiseren bekronen bekruipen bekruisen bekvechten bekwamen beladen belagen belanden belangen belasten belasteren belazeren beledigen belegeren beleggen belemmeren belenen beletten beleven belezen belichamen belichten beliegen believen belijden belijnen bellen beloeren belonen belopen beloven beluisteren bemachtigen bemannen bemantelen bemerken bemesten bemeubelen bemiddelen beminnen bemoederen bemoedigen bemoeilijken bemonsteren bemorsen bemuren benadelen benaderen benadrukken benauwen benemen benen benevelen benieuwen benijden benoemen benutten benuttigen beoefenen beogen beoordelen beoorlogen bepakken bepalen bepantseren bepeinzen beperken beplakken beplanten bepleisteren bepleiten beploegen bepoederen bepotelen bepraten beproeven beraadslagen beraden beramen berapen berechten beredderen beredeneren bereiden bereiken bereizen berekenen bergbeklimmen bergen berichten berijden berijmen berispen beroepen beroeren berokkenen berouwen beroven berusten beschadigen beschamen beschaven bescheiden beschermen beschieten beschijnen beschijten beschikken beschilderen beschimmelen beschimpen beschoeien beschouwen beschreeuwen beschrijven beschuldigen beschutten beseffen besjoemelen beslaan beslapen beslechten beslissen besluipen besluiten besmeren besmetten besmeuren besnaren besnijden besnoeien besnuffelen besodemieteren bespannen besparen bespatten bespelen bespeuren bespieden bespiegelen bespioneren bespoedigen bespotten bespreken besprenkelen bespringen besproeien bespuiten bespuwen bestaan besteden bestelen bestellen bestemmen bestempelen bestendigen besterven bestieren bestijgen bestoken bestormen bestoven bestraffen bestraten bestrijden bestrijken bestrooien bestuderen bestuiven besturen besuikeren betalen betamen betasten betegelen betekenen beteugelen betichten betijen betimmeren betogen betomen betonen betonnen betoveren betrachten betrappen betreden betreffen betrekken betreuren betrouwen betten betuigen betuttelen betwijfelen betwisten beuken beulen beunhazen beuren beuzelen bevallen bevangen bevaren bevatten bevechten beveiligen bevelen beven bevestigen bevinden bevissen bevitten bevlekken bevliegen bevloeien bevochten bevochtigen bevoelen bevolken bevoogden bevoordelen bevoorraden bevoorrechten bevorderen bevrachten bevragen bevredigen bevreemden bevriezen bevrijden bevroeden bevruchten bevuilen bewaken bewandelen bewapenen bewaren bewasemen bewegen bewegwijzeren beweiden bewenen beweren bewerken bewerkstelligen bewieroken bewijzen bewilligen bewimpelen bewolken bewonderen bewonen bezemen bezeren bezetten bezichtigen bezielen bezien bezigen bezighouden bezitten bezoedelen bezoeken bezoldigen bezorgen bezuinigen bezuren bezwendelen bezwijken bibberen bidden biechten bieden bietsen biggelen biggen bijbenen bijbetalen bijblijven bijboeken bijbouwen bijbrengen bijdraaien bijdragen bijeenbrengen bijeenkomen bijeenrapen bijeenroepen bijeenvoegen bijeenzitten bijhouden bijkleuren bijklussen bijknippen bijkomen bijlappen bijleggen bijlichten bijpassen bijpraten bijpunten bijschaven bijschenken bijschrijven bijslijpen bijsloffen bijspijkeren bijspringen bijstaan bijstellen bijsturen bijtanken bijtekenen bijten bijtreden bijtrekken bijvallen bijvijlen bijvoegen bijvullen bijwerken bijwonen bijzetten bikkelen biljarten billijken binden bingoën binnenbreken binnenbrengen binnendringen binnendruppelen binnengaan binnenhalen binnenkomen binnenkrijgen binnenlaten binnenloodsen binnenlopen binnensluipen binnensmokkelen binnenstuiven binnenvallen biologeren bisseren bitumineren bivakkeren blaaskaken bladderen bladeren blaffen blaken blameren blancheren blaren blasfemeren blaten blauwbekken blauwen blazen bleken blesseren blieven blijken blijven bliksemen blinddoeken blinderen blindvaren blinken bloeden bloeien bloemen bloemlezen bloemschikken bloesemen blokken blokkeren blonderen blootgeven blootleggen blootliggen blootstaan blootstellen blowen blozen bluffen blunderen blussen blutsen bobbelen bobben boegseren boeien boeken boekhouden boekstaven boeleren boemelen boeren boeten boetseren boffen bokken boksen bolderen bolsteren bolwerken bombarderen bomberen bommen bonjouren bonken bonzen boodschappen boorden borduren boren borgen borrelen borstelen bosseleren bossen botaniseren boteren botsen bottelen botten botvieren boucharderen bouderen bouten bouwen bovendrijven bovenhalen bovenhouden bovenkomen bovenliggen bowlen boycotten brabbelen braden brainstormen braken brallen branden brandmerken brandschatten brandschilderen brassen braveren breakdansen breeuwen breidelen breien breken brengen brevetteren bricoleren bridgen briefen briesen brocheren broddelen broeden broeien brokkelen brommen bronzen brouilleren brouwen bruinen bruineren bruisen brullen brunchen brutaliseren bruuskeren bubbelen budgetteren buffelen buigen buitelen buitensluiten buitmaken bukken bulderen bulken bundelen bungelen bunkeren butsen buurten
Vorig bericht: Werkwoorden beginnend met letter A
Volgend bericht: Werkwoorden beginnend met letter C