Hepatitis E

Hepatitis E werd in 1983 voor het eerst aangetoond. Het is een RNA virus. Er zijn op dit moment 4 verschillende genotypen van het virus bekend:

  • Genotype 1: Humaan. Dit is een genotype dat voornamelijk voorkomt bij Aziatische varianten van het HEV.
  • Genotype 2: Humaan. Dit genotype wordt geassocieerd met de Mexicaanse en Afrikaanse variant van het HEV.
  • Genotype 3: Humaan en dierlijk. Genotype geassocieerd met een virustype dat voorkomt in geïndustrialiseerde landen en daarnaast geassocieerd met een variant die bij varkens voorkomt in zowel geïndustrialiseerde als ontwikkelingslanden.
  • Genotype 4: Humaan en dierlijk. Genotype geassocieerd met een weinig voorkomende Aziatische variant en met een variant die bij varkens voorkomt in zowel geïndustrialiseerde als ontwikkelingslanden.

Besmetting

Hepatitis E is een virus dat in varkens voorkomt. Via die varkens besmet het de mens, waarschijnlijk door het eten van vlees of door de varkensmest via het drinkwater.

Hepatitis E kan voor mensen met een verzwakte weerstand problemen veroorzaken. Zo erg zelfs dat mensen dodelijk ziek worden. Gezonde mensen kunnen drager zijn zonder dat ze het weten.

Ziektebeeld

Het ziektebeeld van hepatitis E lijkt op dat van hepatitis A. De incubatietijd ligt tussen de 15 en 60 dagen.

Behandeling

Er bestaan geen medicijnen tegen hepatitis E.

Voorkomen

Hepatitis E kan worden voorkomen door goede hygiënische middelen. Schoon drinkwater is een belangrijke voorzorgsmaatregel om besmetting te voorkomen en het eten van rauw vlees wordt afgeraden.