Aardwetenschappen > Seismologie > Tsunami
- 11-3-2011: Tsumani-alarm Grote Oceaan na zware aardbeving bij Japan
- Tsunami door zeebevingen Samoa, Tonga en Indonesië
- Tsunami Salomonseilanden na beving van 8.1
- Zware aardbeving omgeving Gunung Merapi
- Lees hier meer over de aardbeving van 28 maart 2005 Meer…
Een tsunami of tsoenami is een vloedgolf in de oceaan die ontstaat door een aardbeving (zeebeving) , een vulkaan uitbarsting of een meteorietinslag in de zee.
Bij zo’n gebeurtenis komt veel energie vrij. Maar omdat water wordt begrenst door de bodem en de lucht kan de energie zich alleen in horizontale richting verplaatsen. Via het water dus. De energie veroorzaakt een trilling in het water die zich door het water voortbeweegt.
Zolang deze trilling zich in dieper water bevind ontstaat er slechts een kleine golf. Maar in ondiep water moet de energie zich door een steeds dunnere laag water verplaatsen. Het gevolg is dat het water omhoog komt en dat er een vloedgolf ontstaat. Deze golf kan een snelheid van bijna 100 kilometer per uur en een hoogte van meer dan 10 meter bereiken. Hierdoor is een tsunami in staat het landschap in enkele ogenblikken volledig van karakter te laten veranderen. Zie ook de foto’s van de tsunami op 26 december 2004 en de veranderingen in het landschap.
Waarschuwingssysemen
Zeebevingen zijn niet zeldzaam. Kleine bevingen richten nauwelijks schade aan. Een zwaardere beving kan echter een vernietigende golf veroorzaken. Zo’n vloedgolf kan de bewoners van dorpen en steden aan de kust verrassen waardoor er veel slachtoffers kunnen vallen. Daarom hebben 26 landen rond de Grote Oceaan een waarschuwingssysteem ontwikkeld. Het Pacific Tsunami Warning System registreert zeebevingen en kan voorspellen hoe groot de vloedgolf wordt, waar deze het land bereikt en wanneer dat zal gebeuren. Hiermee worden duizenden levens gered. Een dergelijk systeem zal vanaf 2006 ook in de Indische Oceaan gebruikt gaan worden. Zo´n systeem kan afhankelijk van de afstand tot het epicentrum, uren van te voren mensen waarschuwen.
Menselijk handelen
Een Tsunami is niet te voorkomen. Toch kunnen mensen zich voorbereiden op een tsunami en er rekening mee houden. In gebieden in de wereld waar veel aardbevingen en vulkanen zijn is er een grotere kans dat een tsunami zal ontstaan. Voorlichting aan de inwoners van de kustgebieden is daarom belangrijk. Aan de bewegingen van de zee kan men een vloedgolf zien aankomen waarna mensen zich tijdig uit de voeten kunnen maken. Een waarschuwingssysteem kan daarbij een grote rol spelen omdat daarmee een groot aantal mensen bereikt kan worden. Een andere manier waarop mensen de gevolgen van vloedgolven kunnen beperken is door de (natuurlijke) barrière tussen land en zee te behouden of te versterken. Dat zijn bijvoorbeeld duinen, begroeiing zoals bossen en brede stranden. Bij het bouwen aan de zee moet deze natuurlijke bescherming zo veel mogelijk in stand gehouden worden. Anders hebben vloedgolven vrij spel en kunnen ze diep het land binnendringen.
Slachtoffers
Een tsunami kan veel slachtoffers eisen. Veel slachtoffers verdrinken doordat ze mee worden gesleurd door het zeewater, terug de zee in. Veel van hen worden nooit terug gevonden. Anderen komen om doordat ze in de vloedgolf zelf verdrinken of klem komen te zitten. Velen komen om doordat ze door de immense snelheid en kracht tegen bomen of huizen worden gesmeten. Door de verwoestende werking word ook infrastructuur weggevaagd en blijft overal er een laag van puin achter. Hierdoor kunnen hulpgoederen moeilijk bij de overlevenden komen en worden slachtoffers pas na lange tijd bereikt. Het gevolg is dat er ziektes kunnen uitbreken of hongersnood ontstaat. Als gevolg daarvan kan het aantal slachtoffers nog hoger oplopen.
26 december 2004
Op tweede kerstdag 2004 vond er een aardbeving van 8.9 op de schaal van Richter plaats bijna 200 kilometer buiten de kust bij Atjeh, een provincie van Indonesie. Als gevolg hiervan ontstond er een vernietigende tsunami die niet alleen Indonesië trof, maar ook landen als Sri-Lanka, Thailand en India. Maar ook andere landen, zelfs in Afrika werden zwaar getroffen. 5 dagen na de aardbeving is er nog steeds geen goed beeld van de omvang van de ramp omdat grote gebieden onbereikbaar zijn geworden. Lees verder
28 maart 2005
Een zware naschok van de tsunami van 26 december 2004 heeft een nieuwe tsunami veroorzaakt (zie kaart boven). De aardschok had een kracht van 8.7 op de schaal van richter, lichter dan de die van kerst 2004. Die had een kracht van 8.9. Overigens vermoeden experts dat de aardbeving van 26-12 een kracht had van 9.3 en dat de golven een hoogte van 25 meter bereikten.
De beving vond plaats bij het eiland Nias, voor de westkust van Sumatra. Hier worden enkele tientallen slachtoffers gemeld. Op andere plaatsen wordt schade door de beving gemeld. Ook heeft de beving een stunami veroorzaakt, maar een die wellicht minder grote gevolgen heeft dan die van 26 december.
Aan de kust van Someulië spoelde een vloedgolf van drie meter hoog aan. Hierdoor zijn onderandere de haven, het ziekenhuis en verschillende andere gebouwen verwoest. De ochtend na de zeebeving wordt het aantal slachtoffers geschat tussen de duizend en tweeduizend doden.
Door de beving sloegen mensen op de vlucht, uit vrees voor een herhaling van de eerdere ramp. Na een half uur trokken de mensen echter weer naar hun huizen. In bepaalde gebieden werden mensen wel opgeroepen om waakzaam te blijven.