Als je iets van je rijkdom weggeeft krijg je daar in geestelijk opzicht iets voor terug.
Lees meerAan ‘s mensens zolen hangt de beste mest.
Je moet als baas zelf toezicht houden want anders wordt je bedrijf verwaarloosd.
Lees meerAan de bedelstaf geraken.
Tot armoe worden gebracht.
Lees meerAan de bel trekken.
Voor een belangrijk onderwerp aandacht vragen.
Lees meerAan de dril zijn.
Aan het feestvieren zijn.
Lees meerAan de klauw kent men de leeuw.
Belangrijke mensen herken je direct.
Lees meerAan de leiband lopen.
Onzelfstandig zijn.
Lees meerAan de man komen.
Als vrouw kunnen trouwen.
Lees meerAan de veren kent men de vogel.
Je kunt aan iemands uiterlijk al zien met wat voor iemand je te maken hebt.
Lees meerAan de voet van een berg.
Aan het begin van een berg.
Lees meerAan de vruchten herkent [kent] men de boom.
Het karakter van een mens lees je af aan zijn handelen.
Lees meerAan de vruchten kent men de boom.
Aan wat iemand heeft gedaan weet je hoe iemand is.
Lees meerAan de zwier gaan.
Uitgaan om te feesten.
Lees meerAan dovemans deur kloppen.
Op een vraag geen antwoord of toestemming krijgen.
Lees meerAan een klein vogelken past geen grote bek.
Kinderen moeten niet brutaal zijn.
Lees meerAan een kwade ram gekoppeld zijn.
Samen moeten werken met iemand die je niet mag.
Lees meerAan het onmogelijke is niemand gehouden.
Je moet geen onmogelijke dingen van iemand eisen.
Lees meerAan het slabakken zijn.
Aan het treuzelen zijn.
Lees meerAan het vee kent men de man.
Iemand die goed voor zijn beesten zorgt is een goede buur en vaak ook een goed mens.
Lees meeraanaarden
Voltooid deelwoord aangeaard Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) ik aard aan jij aardt aan hij aardt aan wij aarden aan jullie aarden aan zij aarden aan
Lees meeraanbakken
Voltooid deelwoord aangebakken Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) ik bak aan jij bakt aan hij bakt aan wij bakken aan jullie bakken aan zij bakken aan
Lees meeraanbelanden
Voltooid deelwoord aanbeland Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) ik beland aan jij belandt aan hij belandt aan wij belanden aan jullie belanden aan zij belanden aan
Lees meeraanbellen
Voltooid deelwoord aangebeld Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) ik bel aan jij belt aan hij belt aan wij bellen aan jullie bellen aan zij bellen aan
Lees meeraanbenen
Voltooid deelwoord aangebeend Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) ik been aan jij beent aan hij beent aan wij benen aan jullie benen aan zij benen aan
Lees meeraanbesteden
Voltooid deelwoord aanbesteed Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) ik besteed aan jij besteedt aan hij besteedt aan wij besteden aan jullie besteden aan zij besteden aan
Lees meer