Pulsen
De neerslagradar zendt een pulsvormig radiosignaal uit. Deze radiogolven weerkaatsen tegen waterdamp in de atmosfeer. De terugkomende signalen kunnen op een kaart worden weergegeven zodat je op de weerkaart precies kunt zien waar de lucht vochtig is en waar niet. Eventueel kunnen verschillende kaarten van verschillende tijdstippen na elkaar worden getoond. Met deze bewegende radarbeelden kun je real time zien hoe buien zich ontwikkelen en waar ze heen gaan. Ook kan er bijvoorbeeld op worden weergegeven waar het hagelt en waar het onweert. En dat is natuurlijk erg handig als je een dagje uit gaat.
Korreltje zout
Ondanks de mooie weergave kun je de radarbeelden niet honderd procent geloven. Er zijn beperkingen aan de techniek waardoor de beelden soms een vertekend beeld geven.
– De radar heeft maar een beperkt gebied dat kan worden gescand. Dit komt doordat de aarde bol is. Na een paar honderd kilometer gaan de radiosignalen de atmosfeer uit.
– Lichte neerslag zoals mot regen en mot sneeuw worden meestal niet op de kaarten getoond. Het kan op de neerslagradar droog lijken terwijl het regent.
– Omdat de neerslag de radiosignalen weerkaatst kan het gebeuren dat achter een zware bui te weinig radiosignaal overblijft. Het lijkt dan alsof achter een groot neerslaggebied geen regen meer zit, terwijl dat wel het geval is.
Overlap
De meeste beperkingen van de neerslagradar kunnen worden opgelost door meerdere kaarten aan elkaar te plakken en te laten overlappen. Zo zie bijvoorbeeld je wat er achter een regenbui gebeurt. Een voorbeeld van zo’n overlap zie je hier.