Uiteraard is het mogelijk om naast die brede groene rand ook kleinere (educatieve en recreatieve) ecologische verbindingen te maken. Zo ontstaan er ook verbindingen met de verderweg gelegen natuurgebieden. Goed voor de natuur zelf en voor de recreant die de stad ontvlucht via de groene lijnen door de stad.
Waarom of het ene of het andere? Beide visies kunnen samen gaan en elkaar versterken. Door meer en kwalitatief betere ecologische verbindingen te realiseren zal de natuur vitaler worden en onstaat de mogelijkheid om de groene zones ook voor andere dan groene toepassing in te richten.
Men zou recreatieve en educatieve routes kunnen uitstippelen, men kan wonen en werken in het groen. Men kan zelfs ruimte winnen door het landschap over de bestaande en nieuwe infrastructuur heen te tillen. Eco-viaducten of landschaps bruggen bestaan al langer, maar waarom zou men er niet op kunnen wonen of werken?
Maar het is ook niet onmogelijk om in het bestaande stedelijke gebied nieuwe ecologische stroken te maken. Deze hebben miscchien niet de verbindings-functie, maar bieden wel mogelijkheden voor recreatie en kwalitatief beter wonen in de stad.
Een inwoner van ons model ontvlucht de drukke stad via de groene wegen door de stad, om buiten de stad vervolgens te kunnen kiezen tussen verschillende natuurgebieden of nieuwe groene wegen naar andere steden. Al met al zullen de ecologische verbindingen natuurgebieden met elkaar verbinden, maar ook de stad met omringende steden en dorpen.