web analytics

Ecoducten

Ecoducten

Verkenning door Arjan van den Bosch, April 2005

Inleiding

Ecoducten zijn viaducten waar een ecologische waarde aan is toegevoegd: een ecologisch viaduct. Je kunt ook zeggen dat bij een ecoduct een hindernis voor dieren overbrugt. De hindernis, zoals een spoorlijn of snelweg, word dan deels onder de grond gestopt zodat dieren ongehinderd van de ene naar de andere kant kunnen lopen. Daarnaast kan een ecoduct worden opgenomen in de bestaande structuur van het landschap. Hiermee worden bijvoorbeeld bomenlanen behouden of hersteld. En dat is weer heel gunstig voor bijvoorbeeld vleermuizen. Bij de aanleg van nieuwe infrastructuur kan een ecoduct direct worden gebouwd om de schade aan de natuur te beperken. Maar er worden ook veel ecoducten aangelegd over wegen die al lang bestaan. In dat geval is het doel van het ecoduct om natuurgebieden te herstellen en zoals ‘vroeger’ weer met elkaar te verbinden. In het dicht bevolkte Nederland worden momenteel op verschillende plaatsen ecoducten gebouwd om oude ecologische verbindingen te herstellen.

Biodiversiteit

Het verbinden van natuurgebieden is heel simpel uitgelegd waar een ecoduct voor dient. Maar wat is daar dan het voordeel van? Daarvoor zijn verschillende redenen. Een reden is dat een ecoduct een verbinding kan vormen tussen een populatie van een bepaalde diersoort en het gebied waar zij hun voedsel halen. Op die manier blijft de populatie in stand omdat ze niet worden afgesneden van hun voedselbron. Een ander nut van een ecoduct is dat dieren zich beter kunnen verspreiden. Jonge dieren die volwassen worden gaan hun eigen weg en gaan op zoek naar een nieuwe plaats om een hol of nest te maken. Op die plaats kan een nieuwe populatie ontstaan en dat kan de ecologische waarde van dat gebied vergroten. Ook biedt een ecoduct de mogelijkheid voor dieren om zich van de ene populatie naar de andere te verplaatsen. Op die manier wordt genetisch materiaal verspreid en krijgt de soort de kans sterkere nakomelingen te maken. Deze drie redenen zorgen er voor dat dieren en planten zich sneller kunnen handhaven in gebieden waardoor het aantal soorten toeneemt. Hiermee wordt de biodiversiteit vergroot. Schakels in de voedselketen worden hersteld en de natuur wordt veerkrachtiger.

wildviaducten

Ecoducten zijn er in alle soorten en maten. De vorm en inrichting hangen af van de soorten die er gebruik van moeten maken. Dit noemt men ‘doelsoorten’. Als er middelgrote en grote zoogdieren tot de doelsoorten behoren moet het ecoduct breed genoeg zijn. De naam ‘wildviaduct’ is dan veel meer op zijn plaats. Wildviaducten zijn zeker 100 meter breed. Die breedte is nodig om genoeg beschutting en rust te bieden aan bijvoorbeeld vossen, reeën en dassen. Maar als de omstandigheden gunstig zijn willen edelherten en wilde zwijnen ook wel gebruik maken van een wildviaduct. Bij het ontwerpen van een nieuw ecoduct moet hiermee rekening gehouden worden.

Ecoducten

Een wildviaduct is ook een ecoduct, maar dan met grotere zoogdieren als doelsoort. De makers van het viaduct kunnen ook kiezen voor kleine dieren, zoals muizen, konijnen maar ook amfibieën. Hiervoor is een groene strook van enkele meters voldoende. Ook hebben de dieren minder last van mensen. Zo’n ecoduct is makkelijker te combineren met andere infrastructuur, zoals een weg of fietspad. Het woord ecoduct kan dus op meerdere manieren worden gebruikt. In het voorbereidende traject is het voor natuurbeschermers dan ook heel belangrijk om te onderzoeken wat te doelsoorten zijn en hoeveel ruimte ze nodig hebben.

Landschapsbruggen

Ecoducten kunnen ook worden gebruikt om schade aan het landschap te herstellen of te beperken. Zo’n viaduct kan naast een ecologische of landschappelijke functie ook een verkeerskundige functie krijgen, zoals een weg of fietspad. Op een landschapsbrug kun je ook een agrarische functie plaatsen. Als er reden is om een landschap als waardevol te bestempelen kan een landschapsbrug specifieke kenmerken van de omgeving herstellen of behouden. Het landschap blijft dan evengoed waardevol. Met extra inspanning kan de landschapsbrug ook een toegevoegde ecologische waarde krijgen. In het dicht bevolkte Nederland zullen landschapsbruggen in de toekomst waarschijnlijk steeds vaker worden aangelegd, omdat het een heel erg efficiënte manier van ruimtegebruik is. Er kunnen immers meerdere functies op een klein stukje grond worden ingepast.

Bewoonde bruggen

Nog een stap verder is de bewoonde brug, waarnaar studie is verricht op diverse locaties aan de oostzijde van Venlo. Het doel is om een robuuste ecologische verbinding te maken tussen twee natuurgebieden. Robuust betekent dat het viaduct behoorlijk breed moet zijn, liefst enkele honderden meters. Doelsoorten zijn bijvoorbeeld edelherten en zwijnen. Omdat zo’n groot viaduct erg kostbaar is moet er gezocht worden naar manieren om dit geld beschikbaar te krijgen. Je kunt dan denken aan het toevoegen van extra (hoogwaardige) functies aan het viaduct zoals huizen, kantoren of een golfbaan. Een andere manier is om gebruik te maken van een reeds geplande ingreep in het landschap en die gelegenheid aan te grijpen om ook gelijk een ecoduct te bouwen. De schop hoeft dan maar een keer de grond in en dat scheelt veel tijd en geld. De bewoonde brug is dus een breed ecoduct waarop mens en dier ruimte krijgen. De bewoonde brug is uitgebreid beschreven door Alterra.

Ecologische structuren

De ligging van een ecoduct komt natuurlijk niet zomaar uit de lucht vallen. Een ecoduct verbind twee natuurgebieden met elkaar, net zoals een snelweg twee steden met elkaar verbind. Zo’n verbinding is zinloos als hij niet op de juiste plaats begint of eindigt. Je kunt ecologische verbindingen dus goed vergelijken met het netwerk van wegen en lijnen van mensen: de infrastructuur. Hoe meer en kortere verbindingen er zijn hoe beter dat is voor de verspreiding van dieren en de economie van mensen. Je kan dus ook aannemen dat hoe meer ecologische verbindingen er zijn, hoe beter dat is voor de natuur. In Nederland kent men de ecologische hoofdstructuur. Deze structuur moeten de ontwikkelaars van ons land respecteren. Dus beschermen, in stand houden en zonodig herstellen. Dat is in ons dicht bevolkte land wel erg lastig, omdat economisch belangen voor ecologische belangen gaan. Ruimte is immers schaars.

Motieven

Juist die ruimteschaarste zou een extra stimulans moeten zijn om verder te zoeken naar manieren om de ruimte beter te benutten. Kantoren boven snelwegen zijn in ons land al heel normaal. Hiervoor zijn verschillende motieven te bedenken zoals het creëren van nieuwe bouwplekken, een opvallende locatie en de bereikbaarheid. Voor de natuur zou men soortgelijke motieven moeten zoeken. Het belangrijkste motief is natuurlijk het herstellen van verbindingen tussen natuurgebieden. Maar een ecoduct geeft ook een groen aanzien en verbetert de kwaliteit van de omgeving. Zowel de mensen die in het omliggende gebied wonen als de toeristische sector kunnen daar van profiteren. Door nog meer functies aan zo’n viaduct toe te kennen kan de waarde ervan vergroot worden. Het zoeken is dus naar een juiste formule voor zo’n multifunctioneel ecoduct en vervolgens wordt het een economisch waardevolle investering.

Natuur en stad

Voordat de ontwikkelaars van ons land klaar zijn voor die manier van denken moet een vreemde tegenstelling onder de loep worden gelegd. De natuur gedijd het beste in een rustige, niet door wegen versnipperde en liefst ruime omgeving. Dat is dus niet in of bij de steden. Maar het is juist op de plaatsen waar stad en natuur elkaar ontmoeten waar de aanleg van een multifunctioneel ecoduct economisch zinvol (haalbaar) is. Maar is daar, gezien de versnippering en vele verstoring, reden genoeg om te investeren in ecologische verbindingen? Ja, maar alleen als het geplande ecoduct deel uit maakt van een regionaal plan om meer verbindingen te herstellen en te verbeteren. Zo ontstaat een nieuw, samenhangend en uitgestrekt ‘nieuw’ natuurgebied aan de rand van de stad.  Dit gebied is een rustpunt voor de mensen uit de stad, een veilige haven voor de mens.

Related Items