De ecologische hoofdstructuur van Nederland is een netwerk van aan elkaar verbonden natuurgebieden. Hierdoor kunnen dieren zich verplaatsen van het ene naar het andere leefgebied. Dit is goed voor het in stand houden van soorten en een grotere biodiversiteit.
De natuurgebieden kunnen bestaande bossen en heidegebieden zijn, maar ook landbouwgrond en water kan een belangrijke ecologische functie hebben. Om de gebieden met elkaar verbinden worden (robuuste) ecologische verbindingszones aangelegd. Soms is dit lastig vanwege snelwegen of spoorlijnen. Daarom worden dan ecoducten of landschapsbruggen gebouwd.
Dieren en planten in de EHS krijgen extra bescherming, bijvoorbeeld bij het bouwen van huizen, fabrieken of sportcomplexen. Die bescherming staat beschreven in regels en wetten. Er zijn een aantal natuur en milieuwetten. Als een bouwactiviteit gevolgen heeft voor de EHS dan wordt dat in de milieu effect rapportage beschreven. Er moet dan natuurcompensatie plaatsvinden.
Toekomst van de EHS
De aanleg van de HES is in 1990 begonnen en moet in 2018 af zijn.Dan is het totale gebied ongeveer 750.000 hectare groot. Dit is een groot deel van Nederland en in ons volle land dus ook erg kostbaar. Het kabinet Rutte wil vanaf 2010 de aanleg anders en langzamer uitvoeren. Natuur en milieuorganisaties maken zich hierover zorgen omdat de biodiversiteit in gevaar komt. Zo wil het kabinet de aanleg van robuuste verbindingen helemaal stoppen. Wel wordt gedacht aan grootschaliger natuurcompensatie en nieuwe regels voor het onteigenen van land voor de aanleg van natuur.
In 2013 heeft men in Den Haag besloten om van de naam EHS af te stappen en heeft men het Natuurnetwerk Nederland in het leven geroepen.