Als men in eerste instantie uitgaat van het natuurlijk belang zou een brede, aansluitende groene rand om een stad het meest ideale zijn. Zo ontstaan tussen de verschillende natuurgebieden de meest directe verbindingen. Hierdoor liggen de gebieden relatief dichter bij elkaar, wat goed is voor uitwisseling van dieren en planten (biodiversiteit), maar ook voor de recreanten.
Een gedurfde en schijnbaar onrealistische gedachte is de groene visie. Ecologische verbindingen moeten zo kort mogelijk worden en breder zijn. Het liefst zien we alle infrastructuur onder de grond. Uiteindelijk zijn de natuurgebieden bij onze stad met elkaar verbonden via de meest ideale weg. Kort en breed.
De groene natuur-ring omsluit de stad en biedt recreanten de mogelijkheid om via een natuurlijke route van het ene naar het andere natuurgebied te gaan. Maar dat geld ook voor dieren en planten die zich zo sneller kunnen verspreiden naar de andere gebieden. Ze krijgen de kortstmogelijke weg aangeboden en kunnen die naar eigen inzicht gebruiken.
De brede groene rand biedt immers ruimte genoeg.De betere en snellere uitwisseling van dieren en planten zal de kwaliteit van de natuurgebieden vergroten. De populaties worden vitaler, de soortenrijkdom zal toenemen en de recreant zal meer van de natuur kunnen genieten omdat deze hierdoor minder kwetsbaar wordt.