In de biologie wordt er gebruik gemaakt van tekeningen om weer te geven wat je waarneemt. Hierbij maakt men onderscheid tussen twee soorten tekeningen:
Daarnaast bekijk en teken je dat wat je ziet van van de buitenkant, ookwel buitenaanzicht genoemd. Het buitenaanzicht kun je verder opsplitsen in verschillende aanzichten:
- Vooraanzicht
- Zijaanzicht
- Achteraanzicht
- Bovenaanzicht
- Onderaanzicht
Afhankelijk van verschillen in aanzichten maak je dus ook verschillende tekeningen.
Verder kun je het voorwerp dat je tekent ook nog eens doorsnijden, het doorsnijden over de lengte (lange zijde) van het voorwerp noemen we een lengtedoorsnede. Het doorsnijden over de breedte (korte zijde) noemen we een dwarsdoorsnede.
Hoe moet een biologische tekening eruit zien?
Let op: Hieraan moet de tekening voldoen.
- Gebruik een HB potlood, gum en lineaal.
- Gebruik een A4-tje maar aan één zijde.
- Maak niet meer dan 2 tekeningen op een A4-tje.
- Begin met dunne lijnen te tekenen, dit is makkelijker weg te gummen. Ziet het er goed uit? Maak dan de lijnen dikker en duidelijker.
- Trek rechte lijnen naar rechts van je tekening om een opsomming te maken van de onderdelen.
- Teken exact wat je ziet, niets meer en niets minder.
- Schrijf onder de tekening:
- Jouw naam.
- Het onderwerp/titel van de tekening.
- Of het een natuurgetrouwe tekening of schematische tekening is.
- Of de tekening op originele grootte is, vergroot of verkleind is. (Indien mogelijk met vergroting/verkleining).
- Of je een kleuring gebruikt hebt om onderdelen zichtbaar te maken en welke kleuring.
- Werk netjes.