Zweefvliegen worden vaak verward met wespen en bijen. Dit komt door hun gele kleur en de zwarte tekening op hun lijf.
Maar er is een groot verschil met zweefvliegen: deze hebben namelijk maat twee vleugels, terwijl wespen, bijen, mieren en hommels er vier hebben. Zij vallen onder de soort “vliesvleugelige” terwijl zweefvliegen (zweefjes) vallen onder de Tweevleugeligen.
Zweefvliegen doen geen kwaad. Ze kunnen, zoals de naam al zegt zweven. Op die manier kunnen ze hun omgeving optimaal observeren. Maar ze zijn ook erg snel en wendbaar! Sommige soorten zijn erg nieuwsgierig en komen een halve meter voor je hangen om je ‘aan te staren’. Soms laten ze zich zonder moeite oppakken, zoals je kunt zien op de pagina over de algemene soort Helophilus pendulus Linnaeus. Doordat ze zweven observeren ze niet alleen makkelijk, je kunt ze zelf ook makkelijk bekijken.
Zweefvliegen eten nectar en stuifmeel. Je komt ze overal tegen, van bosrijke gebieden tot velden en weiden. Grote verschillen zijn er bij de larven. Ze eten allerlei soorten voedsel waardoor ze wat uiterlijk betreft erg kunnen verschillen. De larven delen we op in drie groepen. Er zijn enkele uitzonderingen, zoals zweefvliegen die door hun wespenimitatie een wespennest kunnen binnendringen en eieren gaan leggen. De zweefvlieglarven eten dan wespennestmateriaal en dode wespenlarven.
- Bladluisetende larven (Planten)
- Bacteriezevende larven (water)
- Houtmolmbewonende larven
Zweefvlieg soorten
In Nederland en Belgie komen ongeveer 330 soorten zweefvliegen voor, waarvan ongeveer 50 algemeen. Wereldwijd zijn er ongeveer 5000 soorten. Over de zweefvliegen in Nederland zijn verschillende boeken en tabellen gepubliceerd. Het boek op de foto hieronder is “zweefvliegen” van Volkert van der Goot. Uitgegeven door de JBU in 1989